Geschiedenis van Sint Anthony Gasthuis
Het Sint Anthony Gasthuis is een heel oude instelling. Hoe oud precies is niet meer na te gaan. De oudste archiefstukken dateren uit het laatst van de zestiende eeuw. Wat we wel weten is dat het gasthuis al bestond in 1455, het jaar waarin Bolsward , “by raede ende consente des Eerbaren Vaders Johannis Brugman” zijn stadsrecht op papier zette. Een historisch feit dat in 2005 nog uitbundig is gevierd in de oude Hanzestad. In dat stadsrecht wordt verwezen naar “onsse Gasthuyse”. En dat kan alleen het Sint Anthony Gasthuis zijn geweest. Maar voor het overige is het de ondoordringbare mist van de eeuwen die ons het zicht belemmert op het ontstaan en de groei van het Gasthuis.
Naamgever van het Gasthuis is Anthonius Abt, ook wel Anthonius de Kluizenaar genoemd, en in de volksmond beter bekend als Anthonius-met-het-varken. St. Anthonius is een van de bekendste heiligen van de kalender. Zijn naamdag is 17 januari. Talloze instellingen en verenigingen dragen zijn naam.
Hij moet omstreeks het jaar 250 in Egypte zijn geboren uit christelijke, welgestelde ouders. Anthonius besloot afstand te doen van zijn bezit ten gunste van de armen en leidde zelf een kluizenaarsbestaan.
Van het Gasthuis is ons geen stichtingsbrief of iets dergelijke overgeleverd. Ook is niet bekend wie het in het leven heeft geroepen, de overheid, een gilde, de Kerk of een of meerdere particuliere weldoeners. Over de taak van het Gasthuis, van oudsher tot aan de huidige dag, bestaat echter geen onduidelijkheid. Het is de zorg voor de ouderen. Oorspronkelijk kon men zich van een min of meer zorgeloze oude dag verzekeren door zich in te kopen. In ruil voor een bedrag ineens of een periodieke donatie bood het Gasthuis woonruimte en verzorging. De gelukkigen woonden in het z.g. proveniershuis. Eén van de bewoners was Japik Gysberts, de man die bekend is geworden door zijn aandeel in de bouw van het prachtige stadhuis van Bolsward, maar ook omdat hij de vader was van Gysbert Japicx, de grote Friese dichter.
De voorzijde van het proveniershuis aan de Nieuwmarkt, ontworpen door de Leeuwarder stadsarchitect Jan Noteboom en gebouwd in de jaren 1778-1781. Het gebouw bevat 8 appartementen, met daarnaast de z.g. voogdenkamer, een bestuurskamer, maar ook werk- en woonruimte voor de guardiaan (huismeester) en zijn gezin.
De voogden hielden ook een z.g. beijer aan. De beijer was een afzonderlijk deel van het gasthuis waarin aan passanten een tijdelijk onderkomen werd verstrekt. In feite een hotel avant la lettre, maar dat werd anders toen er meer particuliere herbergen kwamen. De beijer werd uiteindelijk een schamel onderkomen voor landlopers en lijders aan besmettelijke ziekten.
De scheiding tussen het proveniershuis en de beijer was overigens niet erg scherp. Er waren immers ook bejaarden die niet (meer) in staat waren aan hun verplichtingen te voldoen. Aangenomen mag worden dat die mensen tegen een sterk verlaagd tarief of zelfs gratis werden gehuisvest. Maar daar diende wel iets tegenover te staan. Ze werden verplicht hand- en spandiensten te verrichten in het huis zelf, of in de bij het gasthuis behorende boerderij. In de archieven wordt gerept over de verkoop van boter en kaas, maar ook van kalfs- en koeienhuiden.
De kamer waar de gasthuisvoogden destijds beraadslaagden over het wel en wee van het gasthuisgoed. Is rijk gedecoreerd in Lodewijk XVI-stijl met allegorische voorstellingen, en is in zijn originele staat bewaard gebleven. De laatste grote restauratie vond plaats in de jaren 1993-1996. Wegens de grote kwetsbaarheid van het interieur wordt het gebruik van de kamer beperkt tot bijeenkomsten met een ceremonieel karakter, zoals de jaarlijkse ontmoeting met het gemeentebestuur en de stedelijke kerkelijke voorgangers, de rekendag. Op “Open Monumentendagen” wordt ze voor bezichtiging opengesteld. De pachters, zonen of dochters, genieten het voorrecht om er foto’s te mogen maken voor hun trouwdag. De tuin van het gasthuis is ook voor andere belangstellenden een geliefde plek om foto’s te maken voor een bruidsrapportage.
Het in de volksmond “Rijcke” Gasthuis ging het niet alle eeuwen voor de wind. Er waren tijden van voorspoed, maar het zat soms ook tegen. Uit de archieven leren wij dat het Gasthuis grote financiële zorgen kende bij het begin van de Gouden Eeuw. Drastische maatregelen waren nodig, en de toen aan het bewind zijnde voogden schroomden niet hard in te grijpen: in de voorwaarden voor onderdak, in de verleende voorrechten en in het beheer van de eigendommen. Een deel van het oude proveniershuis moest zelfs worden afgebroken. De maatregelen hadden resultaat, want het oude vermoeide Sint Anthony Gasthuis overwon uiteindelijk de crisis.
In het laatste kwart van de 18e eeuw werd een nieuw proveniershuis gebouwd, op of nabij de plek waar het oude huis stond. Een monumentaal pand, dat ook nu nog het straatbeeld van de Nieuwmarkt domineert.
Link naar themanummer Sint Anthony Gasthuis van Bolswards Historie:
Stichting Sint Anthony Gasthuis heeft een rijk archief. In 2010 is het archief gearchiveerd door drs. Engberts van het Laurentius Archief. Het archief bestrijkt de periode van 1592 t/m 2005.
Een inhoudsopgave is te raadplegen via: Inhoudsopgave archief Sint Anthony Gasthuis